Ooit stond op de plek van het huidige Otto Dickeplein de Riedijkspoort, die vanaf de waterzijde toegang gaf tot Dordrecht. Een poortfunctie heeft het plein nu meer dan ooit, met de halte van de waterbussen en de geplande Prins Clausbrug naar de Staart. De toegang tot de historische binnenstad is echter goed verstopt en het plein nodigt niet uit om er lang te blijven. Tijd voor een ‘beschouwende’ avond met nieuwe ideeën voor dit drie, nee, vier-rivierenpunt.
De Biesboschhal is op de avond van 23 september 2015 goed gevuld met zo’n zestig mensen, waaronder verschillende bewoners van het Otto Dickeplein. Gespreksleider Rinald van der Wal vraagt een bewoonster wat zij van het plein vindt. Daar is in haar ogen niet veel mis mee, het uitzicht vanuit haar woning op de rivier is mooi en op het plein ‘is het druk zat’.
Daar heeft journalist Frits Baarda andere gedachtes over. Hij opent de avond officieel met een gesproken column over het plein. Eerder deze week, tijdens een kop snert en een gesprek met de serveerster ter plekke kreeg hij visioenen van een groen plein zonder hoge muren. Edwin van Son, gemeentelijk stedenbouwkundige, presenteert een beeldend overzicht van de geschiedenis van het Otto Dickeplein en legt uit dat de grond vervuild is. Vervolgens presenteren architect Franz Ziegler en stedenbouwkundige Ivar Branderhorst met handgetekende schetsen hun analyse en twee mogelijke oplossingen: een stadstuin of het toevoegen van een nieuw bouwblok. Alleen al het plaatsen van bomen zorgt voor reuring in de zaal: sommigen zien zich al zitten, anderen vrezen voor hun uitzicht.
Na de pauze is het woord aan Peter Veenstra, van Lola Landscape Architects. Hij presenteert het beeld van Staten Island, New York, als misschien wel ’s werelds meest iconische stadsentree. De vraag is hoe het Otto Dickeplein een iconische stadsentree kan worden. Peter vermoedt dat dit uiteindelijk grotendeels afhankelijk is van de omliggende bebouwing. Toch heeft hij een poging gewaagt in de openbare ruimte. Zijn voorstel is om het plein af te graven en een nieuw ‘hoofd’ te maken met bijzondere overgangen naar het water. Opvallend is dat dit radicale plan op veel instemming van het publiek kan rekenen. Een dergelijke aanpak van het plein kan het begin zijn van een stapsgewijze verandering. De Biesboschhal zelf is daar een prachtig voorbeeld van.
Dat de avond stof tot nadenken gaf, bleek uit de borrel na afloop. Gastheer Arie Jaap Warnaar deed de lichten uit, nog voor de laatste aanwezigen vertrokken waren.