Voor alweer het vierde en laatste StadsLAB over de Spoorzone waren we te gast op de Thureborgh Campus, uitkijkend op het plangebied. Hendrik Jan Groeneweg heette iedereen welkom namens Stichting De STAD en de gemeente Dordrecht. Moderator Anneke van Veen introduceerde als eerste Duco Hoogland, programma manager van de Spoorzone, die zijn betoog startte met twee toepasselijke gedichten van Willem Wilmink. Hij onderstreept het belang dat dit gebied voor de stad en de noodzaak om beide zijden van het spoor beter met elkaar te verbinden. Het masterplan van Mecanoo zet daar vol op in.
Armand Paardekooper van Mecanoo krijgt vervolgens de gelegenheid om de uitgangspunten van het masterplan toe te lichten en in een breder perspectief te plaatsen. Voor velen vormt het station dé entree tot de stad en de verbinding met (onderwijs)voorzieningen. Toch verschilt de betekenis ervan per locatie. Een gemeenschappelijke factor is dat het station steeds meer een bestemming op zich wordt doordat het een plek voor ontwikkelingen is geworden. Op het vlak van mobiliteit zal het belang van de auto afnemen en zal het aantal treinreizigers dus alleen maar verder blijven stijgen. De noodzaak van een goed stationsgebied wordt daarmee ook groter. In Dordrecht is nog een andere noodzaak aanwezig: de veiligheid voor reizigers moet snel vergoot worden zodat ProRail en NS Stations haast maken met verbeteringen. Belangrijk in het plan van Mecanoo is het park boven de sporen dat een barrièrevrije verbinding gaat vormen. Tegelijk zal het park meer entree dan achterkant moeten gaan worden
Als adviseur van ProRail en NS Stations ziet Spoorbouwmeester Eric Luiten ontwikkelingen rond stationsgebieden die ook in Dordrecht spelen. Bijvoorbeeld hoe de buitenruimte bij de omgeving betrokken kan worden zonder dat de belangen van vastgoed gaan knellen met de openbare ruimte. In elk stationsgebied hebben veel partijen belangen die vaak tegengesteld lijken. Daarnaast hebben die partijen ook nog eens verschillende snelheden en verwachtingen. Om deze processen te ondersteunen heeft Bureau Spoorbouwmeester een aantal aanbevelingen opgesteld die samen met de reeks omgangsvormen moeten helpen om stationsgebieden evenwichtig te ontwikkelen. In de publicaties ‘Het Nieuwe Stationskwartier‘ en ‘Hartelijk Welkom‘ worden deze aspecten uitgebreid toegelicht.
In de werkgroepen zijn veel verschillende aspecten van het plangebied de revue gepasseerd. Opvallend: bij vrijwel alle groepen is het weghalen van het goederenvervoer uit het centrum als speerpunt genoemd. Overlast en de risico’s van het vervoer van gevaarlijke stoffen zijn daarbij de belangrijkste argumenten. Blijkens de reacties uit de gemeente wordt hier serieus over gesproken en zijn er nu 4 alternatieve routes in onderzoek.
Ook opvallend is dat de wens om meer programma aan het plangebied toe te voegen ook door Armand Paardekooper en Eric Luiten worden genoemd. Er worden voordelen gezien van een verlaging van het spoor, maar dat lijkt onmogelijk te zijn door de nabijheid van de spoorbrug. Er wordt gehamerd op een brede, (sociaal) veilige en poortvrije onderdoorgang voor fietsers, goede toegankelijkheid voor mindervaliden, een groen en openbaar karakter en het autoluw maken van de binnenstad. Er wordt aandacht gevraagd voor voldoende voorbereidingstijd. Een hartekreet om on-Dordts hiermee om te gaan en vooral groot te denken!
Meer beelden van de avond zijn hieronder te vinden.
